|
||||||||
Fluitist Jean-Luc Thomas (1968) noemt zichzelf musicien/voyageur, hij komt oorspronkelijk uit Bretagne maar hij zoekt ontmoetingen met veel andere culturen zoals die uit Brazilië, Niger en India, behalve met wereldmuziek houdt hij zich ook bezig met jazz en moderne gecomponeerde muziek. In 1989 “ontdekt” hij de dwarsfluit en heeft zich het bespelen zelf meester gemaakt, zijn Bretonse muziek bevat inmiddels ook veel Keltische elementen door bezoeken aan Ierland , maar er zijn ook invloeden uit Mali, Polen, Brazilië en Arabië. Thomas bedient zich van diverse muzikale samenstellingen om zijn muziek voor het voetlicht te brengen, hierbij een aantal voorbeelden, de groepen “Kerlavéo”, “Oficina”, “Serendou”, “Zingaro-Ex Anima” en diverse duo’s met Godard, Hopkins, Magic Flûtes en nog veel meer. Door de enorme mix van muzikanten uit verschillende achtergronden en muzikale structuren klinkt de muziek van Jean-Luc en zijn trawanten altijd fris en afwisselend. Evenals het voorgaande album “Kerlavéo” is ook “Oficina Iterante”opgenomen in Brazilië. “Oficina est une fleur nee dúne plante dont la graine fut seméeà la fin des années 1990. De rencontres en aventure, au fil dállers-retours entre le Brésil et la Bretagne, a germé cette musique, cet univers. Les fleurs qui jailliss aujourd’hui sont prêtes à libérer leur pollen pour en faire éclore de nouvelles, colorées de poésie et d’humanité, par le monde”(Jean-Luc Thomas). “Sete Santos” is het openingsnummer van dit album, de melodie kwam tot stand tijdens een wandeling door het Trégor woud, het is een eerbetoon aan deze planeet, zijn diversiteit en de kracht van het leven. Het is een goed in het oor liggende melodie met vrolijke klanken van Thomas op fluit, Carlos Malta op saxofoon en Bernardo Agular op diverse Braziliaanse percussie instrumenten : pandeira, alfaïa,caia,contra surdo,caxixi en sementes en Augusto Mattoso op contrabas. “Toni Braga” is opgedragen aan de Braziliaanse tekenaar/schilder met dezelfde naam. Het is een vrolijk wijsje met Thomas op fluit en verder een compleet andere bezetting dan in het eerste nummer aan het eind van deze recensie volgt de lijst met alle muzikanten. In het nummer “Anselmo Alves’s Bells” verwijst naar de 2 koeienbellen die Thomas ooit kreeg van Anselmo Alves, behalve Thomas op dwarsfluit horen we ook de nodige elektronica en Carlos Malta op de Indiaanse kuluta fluit. “Pifano Carioca” verwijst naar de pifano een bamboe fluit, Thomas en Malta spelen beiden op zo’n pifan, Aguiar is te horen op de pandeiro, Thomas schreef het als een eerbetoon aan alle fluitisten op de wereld. “Madhu” is een showcase voor het prachtige mondorgel spel van Vitor Lopes, alweer een nieuwe mondharmonica virtuoos ontdekt. Het vrolijk huppelende “Laranjeiras-Serafim” verwijst naar de wijk Laranjeiras in Rio alwaar Thomas vaak verwijlt en naar het restaurant Serafin waar ze een uitstekende “capa do file”serveren, als die net zo goed is al dit heerlijke nummer met zijn aanstekelijk ritme en weer geweldig spel van Vitor Lopes dan kan ik het van harte aanbevelen. Weer een heel ander geluid horen we in het stemmige “Chego em Fine o Mar” vooral bepaald door de basklarinet van Carlos Malta, ook horen we dichteres Camila Jabur. Carlos Malta horen we ook in het nummer “Recife”ditmaal op saxofoon en Thomas zorgt voor allerlei vervreemdende elektronische effecten, daar ben ik normaliter niet zo’n liefhebber van, maar hier werkt het, het geeft het nummer de juiste wat duistere klank. “ Maracatu PR” is een eerbetoon aan Maracatu, een ritueel bestaand uit muziek en dans van Afrikaanse oorsprong ooit meegenomen door de slaven en het wordt nog steeds in stand gehouden in Brazilië. Het nummer heeft een hypnotiseren ritme dat wordt neergelegd door een heel arsenaal aan Braziliaanse percussie instrumenten, daarover weven Thomas op dwarsfluit en Malta op tenorsax een hallucinerend web van jazzklanken. Heel bijzonder en intrigerend. “Samba de l’Hirondelle”, een samba mocht natuurlijk niet ontbreken en deze swingt de pan uit, het jaagt alle duistere coronatijden voor even het huis uit. Het album wordt afgesloten met een improvisatie rond “Ar Vestrez Klanv” een traditioneel muziekstuk uit Bretagne, een prachtig einde van een wonderschoon album, van harte aanbevolen. Deelnemende muzikanten : Jan van Leersum
|
||||||||
|
||||||||